Midden Zweden heeft een landklimaat met hete zomers en koude winters. Door de bergketen stijgen wolkenvelden snel, waardoor het er behoorlijk kan regenen. Dit betekent echter ook dat het achter de bergketen veel zonniger en droger is. In de berggebieden in het noorden ligt gedurende een periode van gemiddeld zeven maanden een pak sneeuw van ongeveer twee meter. Het zuiden van het land heeft een duidelijk zeeklimaat, waardoor er redelijk wat regen valt. Hier blijft sneeuw dan ook nooit vaak liggen en de vele havens blijven ijsvrij. Zeker in de winter kunnen de temperaturen in het zuiden en het noorden sterk van elkaar verschillen. Het zuiden heeft de meeste zomerse maanden, namelijk vier tot vijf. Het midden van Zweden heeft vier warme maanden en het noorden heeft er slechts maximaal drie.
De bossen die ruim de helft van het land bedekken bestaan voornamelijk uit sparren, dennen en lariksen. In het zuiden overheersen de beuken de beboste gebieden, in het noorden zijn veel berken te vinden en in het midden van het land bestaan de bossen voornamelijk uit eiken. Het mooie van Zweden is dat het hele land in de zomer bedekt is met bloemen. Overal waar je kijkt zie je onder andere klaprozen, veldbloemen, korenbloemen en margrieten. In heel Zweden zijn ongeveer 2000 verschillende plantensoorten te vinden. Je kunt je dan ook op vele plaatsen tegoed doen aan de bosbessen en frambozen die je kan plukken. Op de eilanden Öland en Gotland groeien op de beschutte plaatsen walnoten, moerbijen en perziken. Daarnaast zijn op deze eilanden ook veel orchideeën te vinden, zo’n dertig soorten..
In Zweden zijn veel dieren in het wild te vinden. In de moerassige gebieden is vooral de eland in grote getale te vinden. Aan de kant van Lapland vind je vooral rendieren en in kleinere aantallen kun je er de bruine beer, de wolf, de veelvraat en de lynx vinden. Wie meer geïnteresseerd is in klein wild, kan het best het midden en zuiden van Zweden bezoeken, waar je onder andere marters, wezels en vossen vind. Sneeuwhazen, lemmingen en poolvossen lopen in het noorden van Zweden. Ook heeft het land een heel scala aan vogelsoorten, samen zo ongeveer driehonderd soorten. Roofvogels die hier te vinden zijn, zijn onder andere arenden, uilen, valken, buizerds en sperwers. Natuurlijk zijn bij de wateren ook veel dieren te vinden. Aan zee vind je eenden, meeuwen en sterns, terwijl je de kiekendieven, talingen en futen bij de meren vind. De wateren zitten vol verschillende soorten vis, waardoor het land ook ideaal is voor de sportvisserij. Verspreid over heel Zweden vind je vele nationale parken, waarvan de bekendste, Abisko Nationale Park, in Lapland ligt.
Terug naar Populaire bestemmingen